IN HET BARDO
Vertel me,
tsunami, aardbeving, smeltende kerncentrale,
lig ik in de goot, of ben ik al dood?
Het leven had zoveel mooier kunnen zijn
als ik altijd thuis had kunnen blijven
om poëzie te schrijven.
Geen dag ging aan mij voorbij
of ik moest de deur uit:
voor de Lange Wapperbrug
het St. Annabos
het Lappersfortbos, het Hoppebos
Of de sans-papiers waren weer de klos
Of werklozen hadden een stel nazi’s verkozen
Ford Antwerpen, Renault Vilvoorde
en alle schandalen waarover ik hoorde
de staalarbeiders, de botenbouwers
• Of een staking van de brouwers!-
of de mijnwerkers zaten in de put
of er was weer brol met kernafval in Mol
of er lagen kernkoppen in Kleine Broghel
een oorlog hier, een oorlog daar:
altijd stond ik klaar.
Betogingen marsen protesten:
waar ik kon droeg ik mijn steentje bij.
In Antwerpen, Brussel, Brugge of Gent:
overal moest ik vechten tegen de slechten.
En altijd waaide woede alle poëzie weg!
Oh hoe graag was ik heel mijn leven
in Leuven gebleven! |