DIANE BROECKHOVEN
Leven na de Dood
Voor mijn vader.
Toen je voorgoed de ogen sloot
was je naast dood
ook nog in leven.
Een heel klein beetje slechts
en steeds voor maar heel even.
Je chocolade hagelslag,
bitter en puur,
stond naast mijn kersenconfituur
bij het ontbijt.
Zo tevergeefs.
Zo ongestrooid.
Je zakdoeken en sokken
waste ik
en hing ze nutteloos te drogen.
Je overhemd bewoog.
Ik keek ernaar met lege ogen.
Het ergste was de kamerjas
waarin je geur nog huisde,
met op de kraag een haar
en ook wat roos,
doodstil en troosteloos
oplichtend op het donkerblauw. |

© Christophe de Wit
|
Terug naar programma-overzicht
|